Dierenkliniek Crooswijk Rotterdam

Konijn

Algemene info

Konijnen zijn leuke beestjes om te houden en ze zijn heel intelligent. Het zijn wel echte gezelschapsdieren, dus ze hebben eigenlijk een maatje nodig.
Het hok moet ruim zijn en het konijn moet regelmatig lekker rond kunnen lopen in huis of in een ren buiten.
Als bodembedekking voor de kooi kunt u strokorrels, hennepvezels, houtkorrels of zaagsel gebruiken. Konijnen zijn heel netjes en hebben vaak een vaste plek waar ze hun behoeften doen. Maak deze plekken regelmatig schoon en het hele hok wekelijks.
Zorg voor een plek in het hok waar ze zich kunnen terugtrekken, zoals een huisje of een doos waar ze onder kunnen zitten.
Geef ze dagelijks vers hooi, konijnenvoer van goede kwaliteit (alleen korrels, geen mix) en vers drinkwater.
Het optillen van uw konijn doet u door de achterhand te ondersteunen en een hand onder de voorkant te houden en daarna het beestje tegen u aan te houden.
Om uw konijn gezond te houden is het belangrijk jaarlijks te enten tegen de besmettelijke konijnenziektes myxomatose en VHD.

Algemene ziekteverschijnselen zijn weinig of niet eten, keutelen, een opgezette buik, diarree, niezen, hoesten of benauwdheid. Heeft uw konijn een van deze verschijnselen, neem dan zo snel mogelijk contact met ons op!

Huisvesting en verzorging

Het hok:
Een konijn heeft veel beweging nodig, daarom is het belangrijk een ruim hok te nemen of te zorgen dat ze een buitenren hebben of in de kamer kunnen lopen.
Ze kunnen binnen of buiten gehouden worden, zolang er een nachthok is wat beschermt tegen regen, zon en wind. Houd er rekening mee dat konijnen goede gravers zijn, dus zorg er bijvoorbeeld voor dat de bodem afgedekt is met gaas. Denk bij het binnen loslopen aan de elektriciteitsdraden en meubels, waar ze vaak graag aan knagen.
Konijnen zijn over het algemeen zindelijk: vaak doen ze hun behoeften zelf al netjes in een hoekje van hun hok.

Samen of alleen:
Een konijn houdt van gezelschap en leeft normaal in een groep. Dus als u weinig thuis bent, is het voor het konijn leuker om een maatje te hebben. Het beste is een mannetje en vrouwtje samen, denk dan wel op tijd aan castratie.

Voeding:

  • Onbeperkt, dagelijks vers hooi als belangrijkste onderdeel van de voeding. Konijnen hebben een ingewikkeld maag-darmkanaal wat veel vezels nodig heeft en die zitten in hooi.
  • Bikskorrels en geen gemengd voer. Anders gaat het konijn de lekkere stukjes selecteren en ontwikkelt dan een mineralen tekort. Dit kan leiden tot het zachter worden van het kaakbot waardoor tand- en kiesproblemen ontstaan. Als het eenmaal zover is gekomen moet gemiddeld elke 6 weken het gebit bij de dierenarts behandeld worden, dus probeer dit te voorkomen.
  • Niet teveel biks, want dan ontstaat plakpoep en wordt het konijn te dik. De aanbevolen hoeveelheid biks is: 20 gram per kilogram lichaamsgewicht per dag.
  • Gevarieerd groenvoer, wel met mate (50-100 gr per dag). Fruit bevat veel suikers wat diarree kan geven, dus geef hier niet teveel van. Geef nóóit: kool, aubergine, aardappel, asperges, bieslook, bonen, mais, prei, rabarber, pruim, ui, erwten, spruiten en peer. Hier kunnen konijnen levensbedreigende darmproblemen van krijgen.
  • Nooit likstenen of zoutblokken aan uw konijn geven. Doordat hier erg veel calcium, andere mineralen en zouten inzitten, is er een groot risico op nier- en blaasaandoeningen.
Vaccinatie:
Vergeet niet uw konijn jaarlijks te laten vaccineren.

Steriliseren/castreren:
Steriliseren heeft verschillende voordelen. Het voorkomt: ongewenste dracht, baarmoederonstekingen, baarmoedertumoren en cystes op de eierstok. Daarnaast zorgt het voor minder agressiviteit onderling en naar de eigenaar. Bij vrouwelijke konijnen boven de 4 jaar worden regelmatig kwaadaardige baarmoedertumoren gezien, met een grote kans op uitzaaiingen.
Castreren heeft als voordeel het tegengaan van agressiviteit en dominantie, en het verminderen van de urinelucht.

Wat is castratie/sterilisatie?

Bij castratie van de ram worden de testikels verwijderd.  Bij  de voedster worden de eierstokken en de baarmoeder verwijderd. Dit wordt in de volksmond meestal sterilisatie genoemd maar eigenlijk klopt dit niet, want sterilisatie is het afbinden en castratie het verwijderen. Toch wordt om verwarring te voorkomen doorgaans de term sterilisatie gebruikt.

 

Waarom sterilisatie?

 Voorkomt ongewenste dracht

 Voorkomt baarmoederonstekingen en -tumoren

 Voorkomt cystes op de eierstok

 Minder agressiviteit/dominantie onderling en naar de eigenaar

 Minder sproeien

 

Waarom castratie?

 Minder agressiviteit/dominantie onderling en naar de eigenaar

 Minder sproeien

 Minder urinelucht

 

 

Hoe gaat de ingreep?

U brengt het konijn in de ochtend. Konijnen hoeven niet nuchter te komen en het is handig als u wat eten meegeeft zodat uw konijn na de operatie direct wat kan eten. Het konijn wordt eerst nagekeken en dan onder narcose gebracht. Er wordt pijnstilling gegeven, het operatiegebied wordt geschoren en gewassen, gedesinfecteerd en afgedekt met een steriele doek. Bij de ram wordt een sneetje in het scrotum gemaakt waardoor de testikels worden verwijderd. Bij de voedster wordt een snede in de buikwand gemaakt en worden de eierstokken en baarmoeder verwijderd. Daarna wordt de wond in verschillende lagen gehecht met oplosbaar hechtmateriaal. Bij de voedster wordt de huid zo gehecht dat er aan de buitenzijde geen hechtingen zitten. Na de operatie krijgt het konijn een hokje met een warmtematje om in wakker te worden en wordt een injectie gegeven om snel weer bij te zijn. Tijdens het wakker worden wordt temperatuur, hartslag en ademhaling in de gaten gehouden. Aan het einde van de ochtend hebben we telefonisch contact over hoe het gaat en spreken we een tijd af wanneer het konijn naar huis mag. In de middag komt u het konijn dan weer ophalen en krijgt u uitleg over de nazorg.